op Gepost in de categorie Interview

In een tijd waarin de arbeidsmarkt piept en kraakt, het ziekteverzuim toeneemt en maatschappelijke druk groeit, is het UWV meer dan een uitvoerder – het is een kennispartner, publieke dienstverlener, adviseur van de politiek en een van de weinige instituten die zicht heeft op de hele keten. Hoe kunnen we de hele keten overzichtelijker maken, beter begrijpen en meer klantgericht maken?  
Om systeemverandering mogelijk te maken, is nogal wat nodig: eenvoud, vertrouwen en visie. En politieke moed om écht iets te veranderen. 

“Er komt een steeds grotere groep mensen bij ons aan de poort. Ze zijn ziek, kunnen niet meer werken, en doen een beroep op de WIA,” zegt Maarten Camps, bestuursvoorzitter van het UWV. We spreken hem in een open gesprek over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en het groeiende maatschappelijke probleem van arbeidsongeschiktheid. Wat blijkt? Dit is geen ver-van-ons-bed show, maar iets dat ons allemaal raakt. Van werkgever tot werknemer. Van jong tot oud. 

Een dubbele druk: tekorten en uitval 

“We hebben enorme tekorten op de arbeidsmarkt,” opent Camps. “De vraag naar mensen is groot en stijgt, maar het aanbod van werkzoekenden sluit daar niet altijd op aan. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen dat zich ziek meldt. Afgelopen twee jaar is het aantal aanvragen voor de WIA met 25% toegenomen – en die groei zet door.” 

Uitval betekent niet alleen dat mensen minder financiële zekerheid hebben, in een sociaal isolement kunnen komen en moeite hebben mee te blijven doen in de samenleving. Het betekent ook dat ze de arbeidsmarkt verlaten op een moment dat ze juist keihard nodig zijn. “We kunnen het ons dus nauwelijks permitteren dat mensen uitvallen, en toch gebeurt het structureel vaker.” 

Vergrijzing en jongeren met psychische klachten 

Wat zijn de oorzaken van die stijgende uitval? Camps legt uit: “Ten eerste: er zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest als nu. Zelfs als het ziektepercentage gelijk blijft, zijn er in absolute zin meer mensen ziek. Tel daar de stijgende pensioenleeftijd bij  op –  werknemers werken langer door waardoor er  meer kans op arbeidsongeschiktheid is – en je ziet een logisch effect.” 

Maar de meest zorgwekkende ontwikkeling zit ergens anders: onder jongeren. “We zien een opvallende stijging van psychische klachten, vooral onder mensen onder de veertig, en met name vrouwen. Denk aan burn-out, werkstress, maar ook bredere psychische aandoeningen. Dit gaat niet alleen over werkdruk, dit gaat ook over samenlevingsstress. Werk, privé en maatschappij lopen in elkaar over.” 

Psychische aandoeningen als maatschappelijke barometer 

“Het feit dat psychische klachten zo zichtbaar zijn onder jongeren zegt iets over onze maatschappij,” stelt Camps. “De druk is hoog, prikkels zijn constant aanwezig en de verwachtingen – zowel sociaal als professioneel – zijn heel hoog geworden.” 

De coronapandemie heeft ook haar sporen nagelaten. Long COVID zorgt nog steeds voor een hogere instroom in de WIA en verklaart samen met psychische aandoeningen het grootste deel van de arbeidsongeschiktheid. “Dat maakt het tot een breder maatschappelijk vraagstuk,” aldus Camps. “Geen individueel probleem, maar een collectieve uitdaging. UWV zit als publieke dienstverlener aan het einde van de keten, als mensen een beroep doen op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Maar het probleem begint véél eerder. Bij werkgevers, bij de inrichting van werk, bij maatschappelijke verwachtingen. Daar moet de verandering plaatsvinden.” 

Dilemma: langer doorwerken versus toenemende uitval 

Op de dag van ons interview komt het nieuws naar buiten dat volgens de Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) de AOW niet langer betaalbaar is vanuit de bestaande belasting- en premieheffing. Langer doorwerken lijkt onvermijdelijk. Een dilemma doemt op: oudere werknemers werken langer, maar vallen ook vaker uit. Hoe houdbaar is dat? 

Camps: “Als je de pensioenleeftijd verhoogt, vergroot je het aantal mensen op de arbeidsmarkt. Dat is goed. Maar statistisch vallen er dan ook meer mensen uit. De kunst is dus niet alleen de leeftijd te verhogen, maar vooral om mensen gezond en inzetbaar te houden. En dat vraagt iets van werknemers, werkgevers, overheden én van de inrichting van onze sociale zekerheid. Per saldo is langer doorwerken toch beter voor de arbeidsmarkt, maar dan moeten we ook mensen beter ondersteunen om dat voor iedereen mogelijk te maken, bijvoorbeeld door ondersteuning om tijdig van baan en beroep te veranderen.” 

AI en de veranderende arbeidsmarkt 

We maken een zijstap naar de toekomst en de snelle opkomst van kunstmatige intelligentie. “AI gaat het werk drastisch veranderen. Niet alleen in creatieve beroepen – waar je het nu al ziet – maar over de hele linie worden andere vaardigheden gevraagd. Denk ook aan vaardigheden om goed met AI te kunnen werken, waarbij ook ethische aspecten meespelen.” 

Camps benadrukt ook het belang van wendbaarheid. “Werk verandert sneller dan ooit, dus moeten mensen kunnen en durven meebewegen. Dat vraagt scholing, omscholing en begeleiding. Daar ligt ook een rol voor UWV en de bredere overheid. Als we dat goed aanpakken, kunnen we werkenden helpen om niet uit te vallen, maar door te groeien.” 

Een maatschappelijke angst voor AI als banenvernietiger ziet hij minder. “Historisch gezien heeft elke technologische revolutie banen vernietigd en nieuwe banen opgeleverd. Dat zal met AI niet anders zijn. De uitdaging is dat de transitie nu sneller lijkt te gaan, en dus ook de reactie daarop sneller moet zijn.” 

Het arbeidsongeschiktheidsstelsel moet op de schop 

Camps heeft een duidelijke en dringende boodschap aan de politiek. “We moeten het stelsel van arbeidsongeschiktheid drastisch vereenvoudigen. Eén regeling voor alle werkenden – inclusief zzp’ers – die niet meer op procentpunten kijkt naar exacte arbeidsongeschiktheid, maar wél alle inzet richt op hoe je weer mee kunt doen.” 

“Ik kan het in één woord samenvatten: vereenvoudiging. Minder details in wetgeving, meer menselijke maat. Meer ruimte om mensen snel zekerheid te bieden over hun inkomen en ze te helpen met het vinden van werk.” 

Werk als levenszin  

Het UWV krijgt in de media vaak aandacht als er iets misgaat. Wat je minder hoort is dat UWV tijdens de coronacrisis bijvoorbeeld zéér efficiënt het hele NOW-pakket uitvoerde.
Camps: “Wij werken bij UWV met mensen voor mensen. De complexiteit van wetgeving  en menselijk gedrag maken dat er ook iets fout kan gaan. Dat valt dan extra op, want UWV staat in de schijnwerpers. Zo hebben wij de afgelopen jaren niet genoeg aandacht gehad voor de kwaliteit van onze sociaal medische dienstverlening en zijn er fouten gemaakt in het vaststellen van de hoogte van sommige uitkeringen. Terecht dat in de media hier veel aandacht voor is geweest, wij zijn nu eenmaal een belangrijke organisatie voor velen en wij moeten hierop verbeteren.” 

De toekomst? Wendbaarheid, eenvoud en verbinding 

Het gesprek eindigt waar het begon: bij de mens centraal. “Wat mensen nodig hebben is werk – betaald of onbetaald – om volwaardig deel te nemen aan de samenleving,” stelt Camps. “Onze missie is om ze daarbij te helpen. Daarbij kijken we tegenwoordig meer naar vaardigheden in plaats van naar diploma’s en houden we meer rekening met wat mensen verder nodig hebben om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt. Want werk, inkomen en welzijn zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” 


Dit artikel verscheen in verkorte versie in de Zonheuvel (herfst 2025) en maakt onderdeel uit van een vierluik. Lees ook de volgende interviews uit deze reeks:

‘Nederland moet weer durven investeren in de toekomst’ – Pieter Hasekamp, directeur van het CPB

‘Democratie is geen vanzelfsprekendheid.’ – Han Polman, staatsraad Raad van State

Organisaties en bedrijven als microkosmos van een duurzamere wereld – Arjen Wals, hoogleraar Wageningen University