op Gepost in de categorie Opinie

Door Jytte Glissenaar, directeur Onderzoek en Innovatie Medezeggenschap SBI Formaat en Wim Oolbekkink, programmadirecteur SBI

De recente onthullingen in NRC van 29 augustus over techbedrijf Bird zijn verontrustend. Een medewerker die de eenvoudige vraag stelt of het niet tijd wordt voor inspraak wordt prompt op non-actief gesteld, zijn laptop gewist, en zijn toegang tot systemen geblokkeerd. De boodschap is duidelijk: inspraak is hier niet gewenst. In een bedrijf met 450 medewerkers, waar een OR wettelijk verplicht is, wordt medezeggenschap niet alleen genegeerd, maar actief gesaboteerd.
En nee, dit is geen nieuwsbericht uit 1925, maar uit 2025!

Bird is helaas geen uitzondering. Volgens onderzoek van de SER waarover de NRC van 2 september bericht heeft zo’n 30% van de bedrijven in Nederland geen OR, ondanks de wettelijke verplichting. De naleving van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) ligt al decennia rond dit percentage. Handhaving is er niet of nauwelijks, wat maakt dat er ruimte blijft voor organisaties om werknemers niet te horen. Wat ons betreft onvoorstelbaar. Wat zou er gebeuren als 30% van de bedrijven geen Vennootschapsbelasting zou afdragen, met de boodschap “ach, het is al 30 jaar stabiel”? De wereld zou te klein zijn.

Tiofarma: het andere verhaal

Gelukkig zijn er genoeg andere voorbeelden. Neem Tiofarma, het farmaceutische bedrijf waarvan de OR is uitgeroepen tot Ondernemingsraad van het Jaar 2024. Daar begon het ook met een simpele vraag van een leidinggevende: “Wat mis je in onze organisatie?” Het antwoord: een OR. In plaats van weerstand, volgde erkenning. De directie zag de OR niet als obstakel, maar als kans. In drie jaar tijd groeide de OR uit tot een volwassen gesprekspartner, met commissies, een convenant en een betrokken achterban. Het resultaat? Meer wederzijds begrip, betere besluitvorming, een organisatie die in verbinding staat met haar mensen en een volwassen governance van toezichthouder, bestuurder en medezeggenschap.

De OR als aanjager voor duurzame verandering

De Raad voor Duurzame Medezeggenschap, een initiatief van stichting SBI,  pleit voor een fundamentele herwaardering van de OR. Niet als luis in de pels, maar als strategische partner in het vormgeven van een menswaardige en duurzame organisatie. De OR van de toekomst denkt mee over de strategie van een organisatie en over belangrijke thema’s als klimaat, inclusie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarnaast heeft die OR een krachtige relatie met de ‘achterban’. Kortom, een OR die midden in de realiteit staat. Met als resultaat medezeggenschap als dé plek waar belangen van álle stakeholders samenkomen – niet alleen die van aandeelhouders.

Van controle naar vertrouwen

Wat Bird laat zien, is dat het ontbreken van een OR leidt tot een angstcultuur, waarin medewerkers zich niet durven uitspreken en beslissingen top-down worden doorgedrukt. Wat Tiofarma bewijst, is dat een goed functionerende OR juist leidt tot vertrouwen, betrokkenheid en betere prestaties.  Werknemersparticipatie en medezeggenschap zijn niet alleen een recht, maar een noodzaak in een tijd waarin organisaties wendbaar, weerbaar én mensgericht moeten zijn.

Organisaties zijn samenwerkingsverbanden of gemeenschappen waar de polarisatie zoals we die zien in de maatschappij juist door medezeggenschap kan worden voorkomen. Door middel van het werken aan een gezamenlijk doel kan waardevolle medezeggenschap waarde toevoegen aan de uitvoering van brede welvaart.

Het is tijd dat we stoppen met het zien van de OR als bureaucratische ballast. Dat perspectief zegt meer over (de onkunde van) het bestuur dan over de realiteit. Angst (voor inspraak) is een slechte raadgever.
De ondernemingsraad is geen rem, maar een richtingaanwijzer. Geen vertrager, maar een versneller van duurzame, gedragen verandering. Bedrijven als Bird zouden daar eens goed over moeten nadenken – voordat ze hun beste mensen verliezen aan organisaties die wél luisteren.


Achtergrond